Raku stoken is een specifiek keramisch bakproces dat zowel vuur als rook gebruikt om unieke patronen en ontwerpen in het aardewerk te maken. Een aardewerkstuk wordt eerst bisque gebakken. Vervolgens wordt het geglazuurd, met een glazuur met een laagsmeltpunt van 900 tot 1000°C. Daarna wordt het werkstuk in de (gas)oven geplaatst en in korte tijd tot 1000°C verhit. Het glazuur krijgt dan zijn karakteristieke gebarsten huid en bij koperglazuur resulteert dit in een sterk lusterachtig effect.
Als het vuur de zuurstof in de ton verteert, trekt ook de zuurstof uit het aardewerk en het glazuur. Dit proces na de brand heet reductie. Het raku aardewerk blijft zo'n 15 minuten in de gesloten ton. Het werkstuk is glad gebrand als het glazuur uitgesmolten is; dit is zichtbaar door een kijkgat in de deksel. De gasbranders worden uitgezet, de deksel gaat van de ton. De werkstukken worden met vuurvaste handschoenen en een lange tang een voor een uit de ton gehaald, en in gereedstaande zinken bakken met zaagsel gelegd.